STEM@VLAIO
Andere
STEM-partnerschappen:
10 STEM-partnerschappen maken Vlaamse jeugd warm voor STEM
Meer info over deze STEM-partners
De STEM-academie kadert binnen het
STEM-actieplan
van de Vlaamse overheid. STEM verwijst naar Science
(wetenschap), Technology (technologie), Engineering
(ingenieursvak) en Mathematics (wiskunde).
Met het STEM-actieplan wil de Vlaamse overheid de interesse
van kinderen en jongeren voor exacte wetenschap en techniek
in vrijetijdsverband stimuleren. Zo hoopt men meer jongeren
aan te sporen om te kiezen voor een beroep in deze sector.
Eén van de concrete acties in het STEM-actieplan is de
oprichting van de STEM-academie. In de STEM-academie worden
de organisatoren van buitenschoolse STEM-activiteiten
verzameld. Het huidige aanbod is reeds velerlei en breidt
nog steeds uit.
De STEM-academie wordt gecoördineerd door Technopolis®.
Door al deze buitenschoolse STEM-activiteiten te bundelen op
de portaalsite
www.stem-academie.be
worden een groter publiek en meer potentiële deelnemers
bereikt. Daarnaast probeert de STEM-academie nieuwe
activiteiten op te starten, zodat nog meer kinderen kunnen
deelnemen aan een STEM-activiteit in hun regio.
Vraag om uitleg van Koen Daniëls aan Hilde Crevits,
viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams
minister van Onderwijs,
over het stimuleren van techniekacademies
klik
hier voor meer info
80.000 euro voor buitenschoolse STEM-initiatieven
(2/2/15)
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits voorziet dit
jaar in 80.000 euro voor de STEM-academie, het netwerk dat
alle buitenschoolse STEM-activiteiten in Vlaanderen bundelt.
Het huidige aanbod is divers en breidt nog steeds uit. De
STEM-academie is één van de concrete acties in het
STEM-actieplan, waarmee de Vlaamse overheid de interesse van
kinderen en jongeren voor wiskunde, wetenschappen, techniek
en technologie wil stimuleren.
Sinds de start van de STEM-academie in 2014 sloten reeds 58
organisaties zich aan, goed voor ruim 600 activiteiten.
Tijdens het schooljaar 2014-2015 zullen op die manier 8.000
kinderen in hun vrije tijd kennis maken met wetenschap en
techniek. De STEM-academie versterkt de bestaande
initiatieven, zorgt voor meer visibiliteit en stimuleert de
opstart van nieuwe initiatieven. Het aanbod wordt
samengebracht op de website
www.stem-academie.be.
Op dit moment vinden nog te weinig jongeren de weg naar
technische en wetenschappelijke opleidingen in Vlaanderen.
De nood aan technisch geschoolde arbeidskrachten is hoog.
Onder het motto "jong geleerd is oud gedaan" geven de
buitenschoolse STEM-initiatieven kinderen en jongeren de
kans om aan de slag te gaan met wetenschap en technologie,
om hen aan te moedigen om te kiezen voor een carrière in
STEM. De techniek- en programmeerclubs zijn erg populair,
maar ook wetenschapskampen zitten in de lift. Dat vele van
deze initiatieven vaak heel snel volzet zijn, illustreert
eens te meer dat de vraag het huidige aanbod ver overstijgt.
De Vlaamse jongeren hebben duidelijk de smaak van STEM te
pakken, en ze willen meer.
Minister Crevits voorziet dit jaar 80.000 euro om de
bestaande initiatieven te ondersteunen en om de opstart van
nieuwe initiatieven aan te moedigen, zodat meer jongeren de
kans krijgen om in hun omgeving STEM te beleven in de vrije
tijd. Lokale organisatoren en gemeentebesturen spelen
hierbij een belangrijke rol.
Technopolis, het Vlaams doe-centrum voor wetenschap en
technologie, krijgt als coördinator van de STEM-academie, de
opdracht om de subsidie te verdelen op basis van de
vooropgestelde criteria. In een eerste fase, die loopt tot
30 juni 2015, komen enkel bestaande initiatieven in
aanmerking voor subsidiëring. Voor de tweede helft van 2015
zullen ook nieuwe organisatoren aanspraak kunnen maken op
subsidie.
Het buitenschools netwerk sluit naadloos aan op de
initiatieven binnen onderwijs:
-
Door “Wetenschappen en Techniek” in het basisonderwijs
vanaf volgend schooljaar als een apart leergebied te
benaderen kan een school een groter accent leggen op
exacte wetenschappen, technologie en techniek. Het
lerarenteam zal zo nog sterker kunnen focussen op STEM.
-
Vanaf dit schooljaar kunnen alle basisscholen in
Vlaanderen beroep doen op 100 techniekcoaches. Dat zijn
ervaringsdeskundigen uit een technisch of technologische
sector. Zij brengen concrete praktijkervaring uit de
bedrijfswereld naar de scholen en stippelen met het
schoolteam een programma rond techniek en technologie
uit.
-
In het kader van de modernisering van het secundair
onderwijs wordt ‘wetenschap en techniek’ één van de vijf
domeinen waarin opleidingen worden geclusterd.
-
In de toekomst zal er veel aandacht gaan naar
werkplekleren. Door werkplekleren te integreren in
arbeidsmarktgerichte studierichtingen van het secundair
onderwijs leren jongeren al tijdens hun opleiding het
werkveld kennen met de daarbij horende machines en
technologische uitrusting.
De geleverde inspanningen werpen vruchten af. Dat tonen de
cijfers. Het aantal STEM-diploma’s in het hoger onderwijs is
sinds 2008-2009 met meer dan 20% gestegen en dit jaar
schreven zich bijna 13% meer jongeren in voor
technologiestudies in het hoger onderwijs dan vorig
academiejaar.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Kinderen
en jongeren tonen heel veel interesse voor techniek en
wetenschappen. De vele buitenschoolse STEM-activiteiten in
Vlaanderen kennen een groot succes. In die mate dat de vraag
het huidige aanbod overstijgt. Met de subsidie van 80.000
euro ondersteunen we de bestaande initiatieven structureel
en moedigen we de opstart van nieuwe initiatieven aan. Het
uiteindelijke doel is dat elk kind in Vlaanderen de kans
heeft om aan STEM-activiteiten deel te nemen in de vrije
tijd en in de eigen buurt.”
GEZAMENLIJK PERSBERICHT VAN MINISTER-PRESIDENT PEETERS,
VICEMINISTER-PRESIDENT LIETEN, MINISTER SMET EN MINISTER
MUYTERS
Vrijdag 13 september 2013 - zie
www.hln.be
Vlaanderen
stoomt zich klaar voor kenniseconomie en arbeidsmarktnoden
2020 met concrete STEM-strategie.
De
Vlaamse arbeidsmarkt kampt al vele jaren met een structureel
tekort aan technische en exact wetenschappelijke profielen.
Dat zelfs in crisistijden de vacatures niet ingevuld
geraken, is een duidelijk signaal dat er te weinig technisch
geschoolden uitrollen uit het secundair en hoger onderwijs.
De Vlaamse Regering pakt deze problematiek aan en heeft
daarom in 2012 het STEM-actieplan (Science, Technology,
Engineering, Mathematics) opgezet om meer mensen te doen
kiezen voor een loopbaan in exacte wetenschappen en
techniek. Onderwijsminister Smet neemt de coördinatie van
dit strategisch interministerieel plan op zich.
Onafhankelijke experts formuleren in het STEM-platform
aanbevelingen die vervolgens structureel en vanuit een
gemeenschappelijke visie aangepakt worden door
minister-president Peeters, viceminister-president Lieten,
en ministers Smet en Muyters. Vanmiddag, vrijdag 13
september, werden zowel de aanbevelingen als de concrete
actieplannen toegelicht die Vlaanderen tegen 2020 optimaal
paraat maken voor de kenniseconomie en de arbeidsmarkt.
De basisprincipes van het STEM-actieplan zijn als volgt
samen te vatten:
-
aantrekkelijker STEM-onderwijs,
-
goed ondersteunde leraars,
-
een goed uitgewerkte studie- en loopbaankeuze,
-
meer meisjes in STEM-opleidingen en –beroepen,
-
inzetten op excellentie,
-
aangepast opleidingsaanbod
een hoge maatschappelijke waardering van technische
beroepen. De Vlaamse Regering laat zich hierbij adviseren
door een groep van onafhankelijke experten die ten
persoonlijke titel hun ervaring, draagvlak en kennis uit de
bedrijfswereld, academische wereld en communicatiewereld
inzetten: het zogenaamde STEM-platform. Vandaag maakte het
STEM-platform zijn adviezen bekend.
Om een duidelijke koers te kunnen varen, adviseert het
STEM-platform om ambitieuze en duidelijke cijferdoelen te
hanteren. De Vlaamse Regering heeft intussen een nulmeting
opgemaakt en zal de evoluties nauwgezet monitoren en -
indien nodig - bijsturen. Algemeen streefdoel is om tegen
2020 minstens het Oeso-gemiddelde te halen.. In andere
gevallen is een voortgang van 4 procentpunten ten opzichte
van de situatie in 2011 het objectief. De stijging moet voor
een aanzienlijk deel van de hogere vrouwelijke participatie
komen. Enkele concrete doelstellingen: De meisjesinstroom
in STEM-richtingen in het secundair onderwijs moet van 27,4
% opklimmen naar 1 op 3 in 2020. In het hoger onderwijs moet
dat voor de professionele STEM-bachelors stijgen van bijna
21% naar 25%. Met 33,5% zit het vrouwelijk aandeel in de
academische STEM-bachelors goed, maar een verschuiving naar
studierichtingen als informatica en ingenieur dringt zich
op.
Daarnaast moet het marktaandeel van STEM-opleidingen in de
professionele bachelors tegen 2020 naar bijna 28%, en voor
de academische bachelors naar 33%. Om dit te kunnen
realiseren, schuift het STEM-platform een reeks concrete
aanbevelingen naar voren die meteen kunnen aangevat worden.
Binnen onderwijs moet dringend werk gemaakt worden van een
geïntegreerde aanpak van wiskunde, wetenschappen en
technologie. Veel leerlingen haken gedemotiveerd af omdat
het hoge abstractieniveau van wiskunde en wetenschappen hen
belet het nut ervan in te zien. Technologie maakt alles
concreter. Bijvoorbeeld: elementen uit de wiskunde, fysica
of informatica kunnen perfect geïllustreerd worden door de
werking van een windmolen. Door in het hervormd secundair
onderwijs de eindtermen voortaan competentiegericht te
formuleren en het curriculum aan sleutelcompetenties te
koppelen, wordt meteen een belangrijke stap gezet. Verder
wordt een aantoonbare geïntegreerde aanpak een
beoordelingscriterium bij toekomstige subsidieprojecten en
beheersovereenkomsten. Goede praktijkvoorbeelden worden in
de kijker geplaatst en in het hoger onderwijs wordt vanaf
begin 2014 werk gemaakt van publieke acties om geïntegreerd
en interdisciplinair werken te ondersteunen. In dit kader
worden bijvoorbeeld “brugprojecten” opgezet waarbij
onderwijsinstellingen en ondernemersorganisaties samenwerken
aan de doelstellingen van het STEM-actieplan.
Het STEM-platform adviseert verder dat techniek en
wetenschap een volwaardige leerlijn moet zijn vanaf het
basisonderwijs tot het hoger onderwijs. Bijzondere
leermeesters en vrijwillige STEM-experten die als
techniekcoaches basisscholen begeleiden om techniek te
verankeren en leerkrachten te ondersteunen, komen op korte
zeer termijn tegemoet aan deze aanbeveling. Voorts zal sterk
ingezet worden op de integratie van de STEM-didactiek in de
lerarenopleiding.
Het STEM-platform bundelt verder een aantal aanbevelingen in
een maatschappelijke cluster om de maatschappelijke
perceptie te verbeteren. Technologische beroepen verdienen
een beter aanzien en sectoren, bedrijven en
kennisinstellingen zijn wat dat betreft cruciale actoren die
via een overkoepelende coherente strategie met volgehouden
inspanningen een enorm potentieel hebben. Een eerste overleg
legde reeds mogelijke focussen vast rond studiekeuze,
zij-instroom en samenwerking tussen sectoren en CLB’s. Het
SERV-netwerk is alvast belast om dit verder te onderzoeken
en tot een gedragen totaalstrategie te komen. Behalve de
sectoren worden ook andere spelers als Agoria, Unizo en VOKA
betrokken.
Rond de maatschappelijke perceptie wordt ook de aanbeveling
over STEM-academies opgepikt. Nog dit jaar volgt een oproep
om verschillende organisaties en initiatieven te verenigen
die naar analogie van bijvoorbeeld muziekacademies, passie
voor techniek en wetenschap overbrengen. Een stevige
structuur, zichtbaarheid en brede spreiding zullen deze
initiatieven samen een grote draagwijdte geven.
Tenslotte gaat het STEM-platform in op studiekeuze. Wie goed
geïnformeerd is, kan zijn keuze maken op basis van talenten,
interesses en welbevinden. Dat ouders en leerlingen betere
keuzes moeten kunnen maken, is ook een belangrijke
doelstelling die opgenomen is in het masterplan hervorming
secundair onderwijs. Aansluitend adviseert het STEM-platform
een interactief traject om leerlingen op het einde van het
basisonderwijs te laten ontdekken welke interesses en
mogelijkheden ze hebben binnen STEM. In samenwerking met
onderwijskiezer.be wordt dit jaar nog een oriënterende
STEM-test ontwikkeld. De Vlaamse Scholierenkoepel onderzoekt
in welke mate de beschikbare informatie erin slaagt jongeren
– en vooral meisjes – te boeien en stimuleren om voor STEM
te kiezen. De VDAB zet in op gerichte informatie en stimuli
voor gerichte keuzes op basis van talenten en toekomstige
noden op de arbeidsmarkt.
Bij de uitrol van het actieplan wordt gekozen voor
langdurige en volgehouden inspanningen die garant staan voor
duurzaamheid en continuïteit. De aansturing van het
actieplan vanuit een gemeenschappelijke visie wordt
opgenomen door een stuurgroep waarin de betrokken kabinetten
en administraties zetelen. Alle STEM-initiatieven zullen
onder één noemer worden geplaatst en verbonden worden met de
campagne ‘Richting Morgen’.